200606182/1.
Datum uitspraak: 13 december 2006
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "D&W Onroerend Goed B.V.", gevestigd te Huizen,
appellante,
tegen de uitspraak in zaak no. 05/4346 van de rechtbank Amsterdam van 27 juli 2006 in het geding tussen:
de burgemeester van Huizen.
Bij besluit van 23 december 2004 heeft de burgemeester van Huizen (hierna: de burgemeester) de aanvraag van [vergunninghoudster] van een vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal afgewezen.
Bij besluit van 26 augustus 2006 heeft de burgemeester het door appellante daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 27 juli 2006, verzonden op 31 juli 2006, heeft de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellante ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief van 18 augustus 2006, bij de Raad van State ingekomen op 21 augustus 2006, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brieven van 1 september 2006 en 21 september 2006 . Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 13 september 2006 heeft de burgemeester van antwoord gediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 november 2006, waar appellante, vertegenwoordigd door [directeur] bijgestaan door mr. G.J.A.M. Bogaers, advocaat te Laren, zijn verschenen. De burgemeester is met bericht niet verschenen.
2.1. Ingevolge artikel 30, aanhef en onder a, van de Wet op de Kansspelen (hierna: de WoK) wordt onder speelautomaat verstaan een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen.
Ingevolge dezelfde bepaling, onder b, wordt onder behendigheidsautomaat verstaan een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de spelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt.
Ingevolge artikel 30a, eerste lid is Titel Va van de Wok niet van toepassing op behendigheidsautomaten die zonder middellijke of onmiddellijke betaling of inworp door de speler of een derde in werking kunnen worden gesteld en waarvan het spelresultaat niet kan leiden tot de onmiddellijke uitkering van prijzen of premies.
Ingevolge artikel 30c, tweede lid, voor zover hier van belang, wordt bij gemeentelijke verordening het aantal speelautomaten vastgesteld waarvoor per inrichting vergunning wordt verleend.
Ingevolge artikel 30v kan een belanghebbende tegen een op grond van de paragrafen 2, 3 of 4 van deze Titel genomen besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het CBB).
Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de verordening inzake speelautomatenhallen 1998 van de raad van de gemeente Huizen (hierna: de verordening) is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te exploiteren.
Ingevolge het tweede lid kan de burgemeester uitsluitend vergunning verlenen voor een speelautomatenhal waarin enkel behendigheidsautomaten worden opgesteld.
Ingevolge het derde lid, voor zover hier van belang, kan de burgemeester voor maximaal twee speelautomatenhallen een vergunning verlenen.
2.2. Vaststaat dat de aanvraag van [vergunninghoudster] was gericht op het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de verordening. Vaststaat voorts dat deze verordening haar grondslag vindt in artikel 30c, tweede lid, van de WoK. Derhalve stond ingevolge artikel 30v, van de WoK in samenhang met artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) tegen het besluit op bezwaar van 26 augustus 2006 rechtstreeks beroep open bij het CBB. De rechtbank heeft zich ten onrechte bevoegd geacht van het geschil kennis te nemen.
2.3. Voor zover appellante heeft beoogd te stellen dat de aanvraag van [vergunninghoudster] slechts betrekking had op behendigheidsautomaten als bedoeld in artikel 30a, eerste lid, van de WoK, kan dat, wat hier ook van zij, niet leiden tot een ander oordeel over de bevoegdheid van de rechtbank en de Afdeling, omdat in dat geval geen vergunning als in geding was vereist.
2.4. Uit het vorenstaande volgt dat de aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. De Afdeling zal, doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, de rechtbank alsnog onbevoegd verklaren en het beroep met toepassing van artikel 6:15 van de Awb ter verdere behandeling doorsturen naar het CBB.
2.5. De burgemeester dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 juli 2006 in zaak no. 05/4346;
III. verklaart zich alsnog onbevoegd om van het bij de rechtbank ingestelde beroep kennis te nemen;
IV. veroordeelt de burgemeester van Huizen tot vergoeding van bij appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van in totaal € 1.288,00 (zegge: twaalfhonderd achtentachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de gemeente Huizen aan appellante onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
V. gelast dat de gemeente Huizen aan appellante het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal € 703,00 (zegge: zevenhonderd drie euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Haverkamp, ambtenaar van Staat.
w.g. Bijloos w.g. Haverkamp
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 december 2006