ECLI:NL:RVS:2006:AZ2768

Raad van State

Datum uitspraak
22 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200601926/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing schadevergoeding door college van burgemeester en wethouders van Amsterdam

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de stichting "Stichting FLEXaddress", de stichting "Stichting W.I.A. 1991" en de stichting "Stichting Projektburo Het Vliegwiel" tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam. De voorzieningenrechter had op 7 februari 2006 het beroep van FLEXaddress ongegrond verklaard, nadat het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam op 10 mei 2005 een verzoek om schadevergoeding had afgewezen. Het college verklaarde het bezwaar van FLEXaddress tegen deze afwijzing op 31 augustus 2005 ongegrond.

De Raad van State heeft op 22 november 2006 uitspraak gedaan in deze zaak. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat de voorzieningenrechter niet had onderkend dat de andere twee stichtingen ook beroep hadden ingesteld, maar dat zij geen bezwaar hadden gemaakt tegen het besluit van 10 mei 2005. Hierdoor was het beroep van deze stichtingen niet-ontvankelijk. Het hoger beroep van FLEXaddress werd gedeeltelijk gegrond verklaard, omdat de voorzieningenrechter niet had onderkend dat het bezwaar van FLEXaddress tegen het besluit van 31 augustus 2005 met betrekking tot een brief van de Directeur Uitvoering van de Sociale Dienst Amsterdam niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard.

De Raad van State vernietigde de uitspraak van de voorzieningenrechter voor zover deze niet had beslist op het beroep van de stichting "Stichting W.I.A. 1991" en de stichting "Stichting Projektburo Het Vliegwiel" en voor het deel van het beroep van FLEXaddress dat betrekking had op de brief van de Directeur Uitvoering. De Raad verklaarde het bezwaar van FLEXaddress in zoverre niet-ontvankelijk en bevestigde de uitspraak voor het overige. Tevens werd de gemeente Amsterdam gelast om het griffierecht aan de appellanten te vergoeden.

Uitspraak

200601926/1.
Datum uitspraak: 22 november 2006
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de stichting "Stichting FLEXaddress",
de stichting "Stichting W.I.A. 1991" en
de stichting "Stichting Projektburo Het Vliegwiel",
allen gevestigd te Amsterdam,
appellanten,
tegen de uitspraak in zaak nos. AWB 05/5207 en 05/5330 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 7 februari 2006 in het geding tussen:
appellanten
en
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 10 mei 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (hierna: het college) een verzoek van de stichting "Stichting FLEXaddress" (hierna: FLEXaddress) om vergoeding van schade afgewezen.
Bij besluit van 31 augustus 2005 heeft het college, voor zover thans van belang, het door FLEXaddress daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 7 februari 2006, verzonden op dezelfde dag, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam (hierna: de voorzieningenrechter), voor zover thans van belang, het daartegen door FLEXaddress ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben appellanten bij brief van 10 maart 2006, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brieven van 8 mei 2006, 10 mei 2006, 23 mei 2006, 6 juni 2006, 3 augustus 2006 en 5 oktober 2006. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 12 mei 2006 heeft het college van antwoord gediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 oktober 2006, waar appellanten, vertegenwoordigd door O. de Rooij, en het college, vertegenwoordigd door mr. A.G.M. ter Laak, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    Bij uitspraak van 7 februari 2006 heeft de voorzieningenrechter, voor zover thans van belang, het door de FLEXaddress ingestelde beroep ongegrond verklaard. Appellanten stellen op zich terecht dat daarbij niet is onderkend dat het beroep ook was ingesteld door de stichting "Stichting W.I.A. 1991" en de stichting "Stichting Projektburo Het Vliegwiel". Deze stichtingen hebben evenwel geen bezwaar gemaakt tegen het besluit van 10 mei 2005 en niet is gebleken dat hun dit redelijkerwijs niet kan worden verweten. Gelet op artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) stond voor deze stichtingen dan ook geen beroep open.
Het hoger beroep, voor zover ingesteld door deze stichtingen, is gegrond. De aangevallen uitspraak dient in zoverre te worden vernietigd.
Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep, voor zover ingestelde door de stichting "Stichting W.I.A. 1991" en de stichting "Stichting Projektburo Het Vliegwiel", niet-ontvankelijk verklaren.
2.2.    Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling - bijvoorbeeld de uitspraak van 6 mei 1997 in zaak no. H01.96.0578/Q01 (AB 1997, 229) - is de schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan op een verzoek om vergoeding van schade, naar gesteld veroorzaakt bij de uitoefening door dat orgaan van een publiekrechtelijke bevoegdheid, een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.
Volgens deze jurisprudentie is de bestuursrechter echter slechts bevoegd om van een beroep tegen een zodanig besluit kennis te nemen, indien die rechter ook bevoegd is te oordelen over een beroep tegen de uitoefening van de desbetreffende bevoegdheid.
2.2.1.    De brief van de Directeur Uitvoering van de Sociale Dienst Amsterdam van 1 maart 2001 is niet op enig rechtsgevolg gericht en derhalve geen besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Tegen deze brief kon geen beroep bij de bestuursrechter worden ingesteld. Hieruit volgt dat tegen het besluit van 10 mei 2005 met betrekking tot deze gestelde schadeoorzaak geen beroep en, ingevolge artikel 7:1 van de Awb, evenmin bezwaar mogelijk is. Het college had het door FLEXaddress tegen het besluit van 10 mei 2005 gemaakte bezwaar in zoverre niet-ontvankelijk dienen te verklaren. De voorzieningenrechter heeft dit niet onderkend.
Het hoger beroep, voor zover ingesteld door FLEXaddress, is in zoverre gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd, voor zover daarbij het beroep van FLEXaddress tegen het besluit van 31 augustus 2005 met betrekking tot voormelde brief ongegrond is verklaard. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep van FLEXaddress tegen het besluit van 31 augustus 2005 met betrekking tot voormelde brief gegrond verklaren en dat besluit in zoverre vernietigen wegens strijd met artikel 7:1, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 8:1, eerste lid, van de Awb. De Afdeling zal op hierna te melden wijze in de zaak voorzien door het bezwaar van FLEXaddress in zoverre niet-ontvankelijk te verklaren. Deze uitspraak treedt in de plaats van het vernietigde besluit, voor zover dit is vernietigd.
2.2.2.    Ten aanzien van het beweerdelijk schadeveroorzakende besluit van 16 februari 2001 heeft de voorzieningenrechter terecht overwogen dat het door FLEXaddress tegen dit besluit ingestelde beroep bij uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 mei 2003 in zaak no. AWB 02/1053 ongegrond is verklaard. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep ingesteld, zodat dit besluit in rechte onaantastbaar is en in rechte als een rechtens juist besluit heeft te gelden. Van een onrechtmatig besluit, zoals door FLEXaddress gesteld, is derhalve geen sprake. De voorzieningenrechter heeft terecht overwogen dat het college het verzoek om schadevergoeding in zoverre terecht heeft afgewezen.
Het hoger beroep, voor zover ingesteld door FLEXaddress, is in zoverre ongegrond. De aangevallen uitspraak dient in zoverre te worden bevestigd.
2.3.    Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I.    verklaart het hoger beroep gegrond;
II.    vernietigt de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 7 februari 2006 in zaak nos. AWB 05/5207 en 05/5330, voor zover niet is beslist op het beroep, voor zover ingediend door de stichting "Stichting W.I.A. 1991" en de stichting "Stichting Projektburo Het Vliegwiel", en voor zover het beroep van de stichting "Stichting FLEXaddress" tegen het besluit van 31 augustus 2005 met betrekking tot de brief van de Directeur Uitvoering van de Sociale Dienst Amsterdam van 1 maart 2001 ongegrond is verklaard;
III.    verklaart het bij de rechtbank door de stichting "Stichting W.I.A. 1991" en de stichting "Stichting Projektburo Het Vliegwiel" ingestelde beroep niet-ontvankelijk;
IV.    verklaart het bij de rechtbank door de stichting "Stichting FLEXaddress" ingestelde beroep gedeeltelijk gegrond;
V.    vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 31 augustus 2005, kenmerk BZ.1.05.0121.001/DJZ, voor zover het bezwaar van de stichting "Stichting FLEXaddress" met betrekking tot de brief van de Directeur Uitvoering van de Sociale Dienst van 1 maart 2001 ongegrond is verklaard;
VI.    verklaart het bezwaar van de stichting "Stichting FLEXaddress" in zoverre niet-ontvankelijk;
VII.    bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit voor zover dit is vernietigd;
VIII.    bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige;
IX.    gelast dat de gemeente Amsterdam aan appellanten het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van € 698,00 (zegge: zeshonderdachtennegentig euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, Voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. S.F.M. Wortmann, Leden, in tegenwoordigheid van mr. B.F.C. van Rheenen, ambtenaar van Staat.
w.g. Scholten-Hinloopen      w.g. Van Rheenen
Voorzitter     ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 november 2006
385