ECLI:NL:RVS:2006:AY9863
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.E.M. Polak
- S.W. Schortinghuis
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor bedrijfswoning en bedrijfspand in Geldermalsen
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Geldermalsen op 1 september 2004 een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning voor het vernieuwen van een bedrijfswoning en een bedrijfspand afgewezen. De aanvraag was ingediend door de wederpartij, die vervolgens bezwaar maakte tegen deze afwijzing. Op 24 januari 2006 verklaarde het college het bezwaar ongegrond. Hierop hebben de wederpartijen beroep ingesteld bij de rechtbank Arnhem, die op 25 juli 2006 het beroep gegrond verklaarde, het besluit van 24 januari 2006 vernietigde en het college opdroeg binnen twee maanden een nieuw besluit te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 27 september 2006 behandeld. De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening geen verdere strekking had dan te bepalen dat het college in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank. De Voorzitter merkte op dat de vraag of de bestreden uitspraak in stand moet blijven, een interpretatie van de voorschriften van het bestemmingsplan vereist, wat minder geschikt is voor een voorlopige voorziening.
Gelet op de belangen van de wederpartijen, werd besloten dat de hoofdzaak in januari 2007 behandeld zou worden. De Voorzitter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en bepaald dat het college van burgemeester en wethouders van Geldermalsen geen nieuwe beslissing op bezwaar hoeft te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De beslissing werd op 5 oktober 2006 openbaar uitgesproken.