ECLI:NL:RVS:2006:AY9406
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- E.D.A.M. Zegveld
- Rechtspraak.nl
Intrekking vergunning LPG-tankstation Harlingen
Op 7 juni 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Harlingen de vergunning voor het oprichten en in werking hebben van een LPG-tankstation aan de Stationsweg 8 te Harlingen ambtshalve ingetrokken. Dit besluit, dat op 15 juni 2006 ter inzage werd gelegd, was gebaseerd op artikel 8.25, eerste lid, onder a, van de Wet milieubeheer. Verzoekster, Kuwait Petroleum B.V., heeft op 25 juli 2006 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 11 september 2006 behandeld, waarbij verweerder vertegenwoordigd was door mr. M.J.L. Kremer en ing. K. Bokma. Verzoekster was niet ter zitting aanwezig.
De Voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De kern van het geschil was of het tankstation van verzoekster terecht als urgent te saneren werd aangemerkt, met name in relatie tot de nabijheid van een schoolterrein. De Voorzitter concludeerde dat de afstand van het vulpunt tot het schoolterrein correct was vastgesteld op minder dan 25 meter, wat de urgentie van sanering bevestigde. De vragen over de juiste meting en de status van het schoolterrein als kwetsbaar object werden door de Voorzitter voorlopig als juist beantwoord.
Uiteindelijk heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd op 29 september 2006 openbaar uitgesproken, met mr. K. Brink als Voorzitter en mr. E.D.A.M. Zegveld als ambtenaar van Staat.