ECLI:NL:RVS:2006:AY8070
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- G.K. Klap
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunning lozen bedrijfsafvalwater
Op 19 mei 2006 verleende verweerder, het dagelijks bestuur van waterschap 'Waterschap Noorderzijlvest', een vergunning aan vergunninghoudster voor het lozen van bedrijfsafvalwater op het oppervlaktewater vanuit haar inrichting op een specifiek perceel. Verzoeker, die zich zorgen maakte over de mogelijke vervuiling van het oppervlaktewater, heeft op 27 juli 2006 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 30 augustus 2006 behandeld.
Tijdens de zitting zijn zowel verzoeker als verweerder vertegenwoordigd door hun advocaten en ambtenaren. Verzoeker betoogde dat de vergunning zou leiden tot ontoelaatbare vervuiling van het oppervlaktewater. Verweerder daarentegen stelde dat de vergunning voldoende lozingsvoorschriften en maatregelen bevatte om verontreiniging te voorkomen, en dat alle wettelijke bepalingen en richtlijnen in acht waren genomen.
De Voorzitter overwoog dat er geen bewijs was dat de vergunning onvoldoende maatregelen ter voorkoming van verontreiniging bevatte. Het verzoek van verzoeker werd afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 6 september 2006, waarbij de Voorzitter, mr. K. Brink, en ambtenaar van Staat, drs. G.K. Klap, aanwezig waren.