Uitspraak
200506899/1heeft de Afdeling het besluit tot verlening van een vergunning op grond van de Wet milieubeheer aan Eneco Milieu B.V. ten behoeve van de drie windturbines vernietigd.
Raad van State
Op 4 september 2006 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Windturbines Veerhavenweg", vastgesteld door de gemeenteraad van Houten op 27 september 2005. Dit bestemmingsplan was goedgekeurd door het college van gedeputeerde staten van Utrecht op 9 mei 2006. Verzoekers, wonend in de nabijheid van het geplande project, hebben bezwaar gemaakt tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan, omdat zij vrezen voor de gevolgen van de bouw van drie windturbines. Zij hebben verzocht om een voorlopige voorziening, omdat de inwerkingtreding van het bestemmingsplan onomkeerbare gevolgen zou hebben. De verzoeken zijn ingediend op 4 juli 2006 en ter zitting behandeld op 24 augustus 2006.
Tijdens de zitting zijn de verzoekers vertegenwoordigd door hun gemachtigde en is de gemeenteraad van Houten gehoord. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De verzoekers hebben aangevoerd dat de goedkeuring van het bestemmingsplan onterecht is, vooral omdat er al een bouwvergunning was verleend voor de windturbines. De Voorzitter heeft vastgesteld dat er geen nieuwe aanvraag voor een vergunning is ingediend en dat de betrokken partijen hebben verklaard geen gebruik te maken van de vergunningen zolang deze niet onherroepelijk zijn.
Gelet op de omstandigheden en het feit dat er nog geen onomkeerbare stappen zijn gezet, heeft de Voorzitter geconcludeerd dat er geen sprake is van onverwijlde spoed die het treffen van een voorlopige voorziening vereist. De verzoeken om een voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 september 2006.