ECLI:NL:RVS:2006:AY7156
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- R. van der Spoel
- M.A.A. Mondt-Schouten
- F.T.T. van der Heijde
- Rechtspraak.nl
Wraking van de staatsraad in bestuursrechtelijke procedure
Op 24 augustus 2006 vond de openbare behandeling plaats van de zaken tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "BM Vastgoed B.V." en het college van gedeputeerde staten van Overijssel. Tijdens deze zitting verzocht verzoekster mondeling om wraking van mr. J.R. Schaafsma, lid van de enkelvoudige kamer, die belast was met de behandeling van de zaken. Dit verzoek werd gedaan op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat een partij een rechter kan wraken indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen.
De staatsraad heeft het wrakingsverzoek niet geaccepteerd. In de mondelinge beslissing op dezelfde dag werd overwogen dat verzoekster had aangevoerd dat de staatsraad tijdens de zitting niet had ingegaan op een essentieel element uit haar beroepschriften, waardoor de schijn van vooringenomenheid was gewekt. De staatsraad verduidelijkte echter dat hij de partijen de keuze had gegeven om de behandeling te beginnen met vragen of pleidooien, en dat verzoekster had gekozen voor de eerste optie. Na zijn vraagstelling had de staatsraad verzoekster de gelegenheid willen geven haar beroepschriften toe te lichten, maar zij had toen om wraking verzocht.
De Afdeling concludeerde dat het wrakingsverzoek in wezen gericht was tegen de procesgang en dat de bezwaren van verzoekster geen grond voor wraking opleverden. Er was geen bewijs van vooringenomenheid of omstandigheden die de onpartijdigheid van de staatsraad in gevaar zouden kunnen brengen. Het verzoek werd dan ook afgewezen, en de uitspraak werd openbaar gedaan door de voorzitter en de leden van de Afdeling, in aanwezigheid van de ambtenaar van Staat.