ECLI:NL:RVS:2006:AY7125

Raad van State

Datum uitspraak
30 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200602392/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar geluidsbeleid Raalte

Op 13 januari 2004 heeft de burgemeester van Raalte, samen met het college van burgemeester en wethouders, ingestemd met de conceptnotitie "Geluidsbeleid voor activiteiten op de Grote Markt en De Plas te Raalte". Deze notitie werd gepresenteerd tijdens een informatieavond voor belangstellenden. Op 19 mei 2004 verklaarde de burgemeester het bezwaar van appellant tegen deze notitie niet-ontvankelijk. De rechtbank Zwolle-Lelystad verklaarde op 2 maart 2006 het beroep van appellant ongegrond. Appellant ging in hoger beroep bij de Raad van State, waarbij hij zijn gronden aanvulde in brieven van 28 april en 5 mei 2006.

De zaak werd behandeld op 3 augustus 2006, waar appellant en de burgemeester, vertegenwoordigd door ambtenaar I. Bloemsma, aanwezig waren. Appellant betwistte de uitspraak van de rechtbank, die oordeelde dat de conceptnotitie niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden aangemerkt. De rechtbank had vastgesteld dat het bezwaarschrift van appellant gericht was tegen een concept dat nog geen besluit was, en dat beleidsregels zoals deze zijn uitgezonderd van bezwaar en beroep volgens de Awb.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State onderschreef het oordeel van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Het verzoek van appellant om schadevergoeding op grond van artikel 8:73 van de Awb werd afgewezen, omdat er geen grond was voor een schadevergoeding zonder een gegrond verklaard beroep. De beslissing van de rechtbank werd bevestigd en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

200602392/1.
Datum uitspraak: 30 augustus 2006
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak no. AWB 04/731 van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 2 maart 2006 in het geding tussen:
appellant
en
de burgemeester van Raalte.
1.    Procesverloop
Op 13 januari 2004 heeft de burgemeester van Raalte (hierna: de burgemeester), alsmede het college van burgemeester en wethouders van Raalte, ieder voor zover bevoegd, ingestemd met de inhoud van de conceptnotitie "Geluidsbeleid voor activiteiten op de Grote Markt en De Plas te Raalte" en met het voorstel de notitie door middel van een informatieavond onder de aandacht te brengen van belangstellenden.
Bij besluit van 19 mei 2004 heeft de burgemeester het daartegen door appellant gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 2 maart 2006, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 28 maart 2006, bij de Raad van State ingekomen op 30 maart 2006, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brieven van 28 april 2006 en 5 mei 2006. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 16 mei 2006 heeft de burgemeester van antwoord gediend.
Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellant. Deze zijn aan de andere partij toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 augustus 2006, waar appellant in persoon en de burgemeester, vertegenwoordigd door I. Bloemsma, ambtenaar bij de gemeente, zijn verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    Appellant, die woonachtig is aan de [locatie] te [plaats], bestrijdt het oordeel van de rechtbank dat het door hem gemaakte bezwaar tegen de conceptnotitie "Geluidbeleid voor activiteiten op de Grote Markt en De Plas te Raalte" terecht door de burgemeester niet-ontvankelijk is verklaard. Hij wenst een inhoudelijk oordeel over de door hem geuite bezwaren ten aanzien van de geluidsoverlast ten gevolge van op de Grote Markt gehouden evenementen, die gereguleerd worden door de voorwaarden genoemd in die notitie.
2.2.    De rechtbank heeft zich in de aangevallen uitspraak terecht beperkt tot de vraag - kort samengevat - of de conceptnotitie als een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan worden aangemerkt. Daarbij heeft de rechtbank met juistheid overwogen dat het bezwaarschrift van appellant is gericht tegen de vaststelling van en het ter inspraak voorleggen aan belanghebbenden van een concept, dat ten tijde van het bezwaarschrift derhalve nog geen besluit was genomen als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb en voorts dat de conceptnotitie betrekking heeft op beleidsregels, die ingevolge de Awb zijn uitgezonderd van bezwaar en beroep. Gelet hierop onderschrijft de Afdeling het oordeel van de rechtbank dat de burgemeester het bezwaar van appellant terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
2.3.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd, voorzover aangevallen.
2.4.    Voor zover appellant met zijn aan de Afdeling gerichte brief van 10 juli 2006 heeft beoogd de Afdeling te verzoeken de gemeente Raalte op grond van artikel 8:73 van de Awb te veroordelen tot vergoeding van de schade die hij heeft geleden ten gevolge van het toepassen van de beleidsnotitie, wijst de Afdeling dit verzoek af, omdat van schadevergoeding op grond van artikel 8:73 van de Awb eerst sprake kan zijn indien het (hoger) beroep gegrond wordt verklaard, wat hier niet het geval is.
2.5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I.    bevestigt de aangevallen uitspraak;
II.    wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.I.M. Peute, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Altena    w.g. Peute
Lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 augustus 2006
391.