ECLI:NL:RVS:2006:AY0370
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- J.R. Schaafsma
- H.Ph.J.A.M. Hennekens
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Lasten onder dwangsom opgelegd aan SITA Recycling Services B.V. door het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland
In deze zaak heeft de Raad van State op 5 juli 2006 uitspraak gedaan over een geschil tussen SITA Recycling Services B.V. en het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland. De zaak betreft een besluit van 30 mei 2005, waarbij aan SITA lasten onder dwangsom zijn opgelegd. Deze lasten waren gericht op het voorkomen van verdere overtredingen van de voorschriften die verbonden zijn aan de vergunning die op 3 december 1996 was verleend krachtens de Wet milieubeheer voor de inrichting op het adres Schielands Hoge Zeedijk 23 te Gouda. De opgelegde lasten waren gebaseerd op overtredingen van verschillende artikelen van de Wet milieubeheer en het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen.
SITA heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 30 mei 2005, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door het college van gedeputeerde staten op 29 november 2005. Hierop heeft SITA beroep ingesteld bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 1 juni 2006 heeft SITA haar standpunt toegelicht, waarbij zij werd vertegenwoordigd door M.A. Toepoel, A.G. van der Eijk en ir. J.M.A.M. van Zon. Het college van gedeputeerde staten werd vertegenwoordigd door mr. M.F.C. Kisters, mr. J. Spätjens, H. van de Moosselaar en A. Wijns.
De Raad van State heeft overwogen dat het college van gedeputeerde staten ten onrechte de lasten onder dwangsom heeft gehandhaafd, ondanks het feit dat er nieuwe beleidslijnen in de maak waren die een andere benadering van overtredingen zouden kunnen inhouden. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft geoordeeld dat het bestreden besluit niet op een deugdelijke motivering berustte, in strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Het beroep van SITA is gegrond verklaard, het besluit van het college van gedeputeerde staten is vernietigd en de provincie Zuid-Holland is opgedragen het griffierecht aan SITA te vergoeden.