ECLI:NL:RVS:2006:AX9033
Raad van State
- Hoger beroep
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- W. van den Brink
- T.M.A. Claessens
- Rechtspraak.nl
Weigering vrijstelling voor verbouwing woonhuis door gemeenteraad Beuningen
In deze zaak heeft de Raad van State op 21 juni 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de gemeenteraad van Beuningen om vrijstelling te verlenen op grond van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) voor de verbouwing van een woonhuis met garagewerkplaats en kantoorruimten. De gemeenteraad had op 15 oktober 2002 besloten om de gevraagde vrijstelling niet te verlenen. Dit besluit werd gevolgd door een weigering van de bouwvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Beuningen op 12 november 2002. De wederpartij, die de vrijstelling had aangevraagd, maakte bezwaar tegen deze besluiten, maar het college verklaarde deze bezwaren op 2 juni 2003 ongegrond.
De wederpartij ging vervolgens in beroep bij de rechtbank Arnhem, die op 6 juni 2005 het beroep gegrond verklaarde en de beslissing op bezwaar vernietigde. De appellant, die het niet eens was met deze uitspraak, stelde hoger beroep in bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 26 april 2006 werd de zaak behandeld, waarbij zowel de appellant als de wederpartij, bijgestaan door een advocaat, aanwezig waren.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep van de appellant faalde. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de wederpartij tijdig bezwaar had gemaakt tegen de beslissing van 12 november 2002. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en werd openbaar uitgesproken op 21 juni 2006.