ECLI:NL:RVS:2006:AX7060
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.E.M. Polak
- S.I.M. Peute
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen verplichting tot deelname aan educatieve maatregel alcohol en verkeer
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 2 juni 2006 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoeker, die woonachtig is in [woonplaats], was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De rechtbank had op 27 februari 2006 geoordeeld dat de algemeen directeur van de stichting 'Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen' (CBR) terecht had besloten dat verzoeker verplicht was deel te nemen aan een educatieve maatregel alcohol en verkeer (EMA) naar aanleiding van een ongeval op 22 januari 2005. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het CBR had dit bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank vernietigde de beslissing van het CBR, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven.
Verzoeker heeft vervolgens bij de Raad van State een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen, teneinde te voorkomen dat de procedure tot ongeldigverklaring van zijn rijbewijs zou worden voortgezet. Tijdens de zitting op 23 mei 2006, waar verzoeker werd vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. drs. E. Olof, heeft de Voorzitter de zaak behandeld. De Voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De Voorzitter heeft vastgesteld dat de rechtbank voldoende aannemelijk heeft geacht dat verzoeker de bestuurder was van het betrokken voertuig en dat de EMA terecht aan hem was opgelegd. Verzoeker heeft zijn stelling dat hij niet de bestuurder was onvoldoende onderbouwd.
Op basis van deze overwegingen heeft de Voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 2 juni 2006.