ECLI:NL:RVS:2006:AX2063
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.E.M. Polak
- S.I.M. Peute
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in hoger beroep tegen bestuurlijke boete opgelegd na arbeidsongeval
In deze zaak heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 19 augustus 2004 een bestuurlijke boete opgelegd aan [wederpartij] in verband met een arbeidsongeval op de [locatie] te [plaats]. Tegen deze beslissing heeft [wederpartij] bezwaar gemaakt, dat op 14 juli 2005 door de Staatssecretaris ongegrond is verklaard. Hierop heeft [wederpartij] beroep ingesteld bij de rechtbank Zutphen, die op 21 februari 2006 het beroep gegrond verklaarde en de beslissing op bezwaar vernietigde. De Staatssecretaris heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij op 7 april 2006 een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld op 27 april 2006. Tijdens deze zitting zijn zowel de Staatssecretaris als [wederpartij] vertegenwoordigd. De Voorzitter heeft overwogen dat de beantwoording van de rechtsvraag of de rechtbank terecht heeft geoordeeld over de verwijtbaarheid van [wederpartij] niet geschikt is voor behandeling in de voorlopige voorzieningenprocedure. Dit zal in de bodemprocedure moeten worden beoordeeld.
Het verzoek om voorlopige voorziening heeft als doel te voorkomen dat de Staatssecretaris een nieuwe beslissing op het bezwaar van [wederpartij] moet nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De Voorzitter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft bepaald dat de Staatssecretaris geen nieuw besluit op bezwaar hoeft te nemen totdat er een uitspraak is gedaan in de hoofdzaak.