ECLI:NL:RVS:2006:AW2230
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- Heijstek-van Leussen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake wijziging vergunning voor inrichting voor bewerking van gevaarlijke stoffen te Vlaardingen
In deze zaak heeft de Raad van State op 10 april 2006 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van de besloten vennootschap "B.V. Magnesiet en Amarilfabrieken Maf". De verzoekster had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, dat op 27 december 2005 voorschrift 15.10 van een eerder verleende vergunning had gewijzigd. Deze vergunning betrof een inrichting voor het bewerken, op- en overslaan van ferro alloys, mineralen, ertsen en gevaarlijke (afval)stoffen, gelegen op de percelen Koningin Wilhelminahaven NZ 21-26 te Vlaardingen. De wijziging hield in dat de alarmeringsinstallatie in de inrichting moest voldoen aan de NEN 2575:2004 norm, wat verzoekster betwistte. Zij stelde dat de vereiste installatie geen milieuhygiënische meerwaarde had en dat de kosten voor de aanpassing onnodig hoog zouden zijn.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek ter zitting behandeld op 2 april 2006. Verzoekster was vertegenwoordigd door P.E.J.G.M. van der Ven, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door mr. M.A.E. in het Veld van de DCMR Milieudienst Rijnmond. De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening gegrond was, omdat niet voldoende was aangetoond dat de huidige ontruimingsalarmeringsinstallatie niet meer voldeed. De Voorzitter besloot om de uitvoering van het besluit van het college van gedeputeerde staten op te schorten in afwachting van de behandeling van de hoofdzaak.
De uitspraak resulteerde in de schorsing van het besluit van 27 december 2005 en de provincie Zuid-Holland werd gelast om het griffierecht van € 276,00 aan verzoekster te vergoeden. Deze uitspraak is van belang voor de betrokken partijen en voor de verdere behandeling van de hoofdzaak.