ECLI:NL:RVS:2006:AV3887
Raad van State
- Hoger beroep
- F.P. Zwart
- T.M.A. Claessens
- D. Roemers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijdrage beëindiging beroepsactiviteit visserij
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor een bijdrage voor de beëindiging van de beroepsactiviteit van een visser. De aanvraag, ingediend door [wederpartij] op 4 oktober 2002, werd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit afgewezen op 17 februari 2003. De Minister stelde dat de aanvraag niet was ondertekend, wat in strijd was met artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank Alkmaar oordeelde in een eerdere uitspraak op 9 februari 2005 dat de Minister de aanvraag ten onrechte had afgewezen, maar de Minister ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat de aanvraag aan de wettelijke voorschriften voldeed. De Minister had terecht gesteld dat de aanvraag niet ondertekend was door [wederpartij] of een gemachtigde, wat noodzakelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De Raad van State bevestigde dat de Minister de aanvraag op 21 november 2002 had ontvangen, maar dat deze na de sluiting van het subsidieplafond was ingediend. Hierdoor was de afwijzing van de aanvraag terecht.
De Raad van State verklaarde het hoger beroep van de Minister gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van [wederpartij] ongegrond. De beslissing werd genomen in naam der Koningin, waarbij de Raad van State benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de aanvrager is om te zorgen dat de aanvraag aan de wettelijke eisen voldoet.