ECLI:NL:RVS:2006:AV1769
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- G.K. Klap
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake hogere geluidgrenswaarden voor woningbouw in Hoorn
In deze zaak heeft de stichting "Stichting Westerblokker" een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening bij de Raad van State, naar aanleiding van een besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. Dit besluit, genomen op 29 juli 2005, betreft de vaststelling van hogere geluidgrenswaarden vanwege wegverkeerslawaai ten behoeve van woningbouw in het kader van het bestemmingsplan Blokkers-IJsselweg 2004 in de gemeente Hoorn. De stichting heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit bezwaar op 17 november 2005 niet-ontvankelijk verklaard.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 30 januari 2006 behandeld. De stichting stelt dat zij de belangen van toekomstige bewoners van de te bouwen woningen behartigt en dat zij ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. De verweerder, het college van gedeputeerde staten, betwist echter dat de stichting als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat er geen bijzondere, rechtens te erkennen relatie bestaat tussen de stichting en de woningen.
De Voorzitter overweegt dat volgens de Algemene wet bestuursrecht alleen belanghebbenden die een directe relatie hebben met het besluit bezwaar kunnen maken. In dit geval is vastgesteld dat de stichting niet kan worden aangemerkt als belanghebbende, omdat er geen bewijs is van een bijzondere relatie met de toekomstige woningen. Daarom heeft de Voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en het standpunt van de verweerder bevestigd dat het bezwaar van de stichting niet-ontvankelijk is verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.