ECLI:NL:RVS:2006:AV0946

Raad van State

Datum uitspraak
1 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200507286/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging coördinaten vergunningen voor mechanisch winnen van wadpieren in Waddenzee

In deze zaak gaat het om een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarbij op 1 oktober 2004 een aantal coördinaten is gewijzigd in de vergunningen die eerder op 24 februari 2003 waren verleend op grond van de Natuurbeschermingswet voor het mechanisch winnen van wadpieren in het staatsnatuurmonument Waddenzee. Appellanten, bestaande uit [appellant A], [appellant B] en [appellant C], hebben tegen dit besluit beroep ingesteld bij de Raad van State. Het beroep is ingediend op 12 augustus 2005 en is later aangevuld op 14 september 2005.

De Raad van State heeft de zaak behandeld op 3 januari 2006, waarbij appellanten in persoon aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaat mr. M.F.A. Dankbaar. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.E. de Groot, ambtenaar van het ministerie, heeft ook een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting hebben appellanten het beroep ingetrokken voor [appellant A] en [appellant C], maar het beroep van [appellant B] is gehandhaafd.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het primaire besluit van 1 oktober 2004, waarbij de vergunningen zijn gewijzigd, niet meer relevant is omdat deze vergunningen op 1 januari 2004 zijn geëxpireerd. Hierdoor heeft appellant B geen belang meer bij een oordeel over het primaire besluit. De Afdeling heeft het bezwaar van appellant B dan ook terecht, zij het op onjuiste gronden, niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin op 1 februari 2006.

Uitspraak

200507286/1.
Datum uitspraak: 1 februari 2006
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant A], [appellant B] en [appellant C] te [plaats],
en
de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 1 oktober 2004 heeft verweerder een aantal coördinaten gewijzigd in de bij besluiten van 24 februari 2003 aan [vergunninghouders] op grond van de Natuurbeschermingswet voor het jaar 2003 verleende vergunningen voor het mechanisch winnen van wadpieren in aangewezen gebieden in het staatsnatuurmonument Waddenzee.
Bij besluit van 5 juli 2005 heeft verweerder het hiertegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen dit besluit hebben appellanten bij brief van 12 augustus 2005, bij de Raad van State ingekomen op 15 augustus 2005, beroep ingesteld.
De gronden zijn aangevuld bij brief van 14 september 2005.
Bij brief van 11 oktober 2005 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 januari 2006, waar appellanten in persoon en bijgestaan door mr. M.F.A. Dankbaar, advocaat te Haarlem, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.E. de Groot, ambtenaar van het ministerie, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ter zitting hebben appellanten het beroep ingetrokken voor zover dat is ingediend namens [appellant A] en [appellant C]. Het beroep van [appellant B] is gehandhaafd.
2.2. De Afdeling oordeelt ambtshalve als volgt.
Bij het primaire besluit van 1 oktober 2004 zijn de vergunningen van 24 februari 2003 gewijzigd. Deze vergunningen zijn evenwel op 1 januari 2004 geëxpireerd. Niet is gebleken dat appellant niettemin enig belang heeft bij een oordeel over het primaire besluit. Verweerder heeft het tegen dit besluit gerichte bezwaar dan ook terecht, zij het op onjuiste gronden, niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.C. Rop, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Buuren w.g. Rop
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 1 februari 2006