ECLI:NL:RVS:2006:AV0267

Raad van State

Datum uitspraak
25 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200506948/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Leeuwarden over administratief beroep

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de raad voor rechtsbijstand te Leeuwarden tegen een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 28 juni 2005. De rechtbank had het beroep van de appellant gegrond verklaard, omdat er niet tijdig een beslissing was genomen op het administratief beroep van de wederpartij. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.T. Buysman, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. De zaak is behandeld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 januari 2006.

De Afdeling heeft vastgesteld dat er sprake was van verwarring over de administratieve beroepschriften. De rechtbank had geoordeeld dat de appellant niet had gerealiseerd dat er twee aanvragen om toevoeging en twee administratieve beroepschriften waren. De appellant betwistte dit en stelde dat er slechts één aanvraag en één administratief beroepschrift was. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank had miskend dat het administratief beroepschrift in deze zaak niet als zelfstandig kon worden aangemerkt, omdat er al een besluit op het administratief beroep was genomen in een andere zaak.

De Afdeling heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank vernietigd. De Afdeling heeft het bij de rechtbank ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder behandeld zal worden. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is uitgesproken in naam der Koningin op 25 januari 2006.

Uitspraak

200506948/1.
Datum uitspraak: 25 januari 2006.
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de raad voor rechtsbijstand te Leeuwarden,
appellant,
tegen de uitspraak in zaak no. 03/1408 van de rechtbank Leeuwarden van 28 juni 2005 in het geding tussen:
[wederpartij], verblijvend te [land]
en
appellant.
1.    Procesverloop
Bij uitspraak van 28 juni 2005, verzonden op 28 juni 2005, heeft de rechtbank Leeuwarden (hierna: de rechtbank) het beroep dat is ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op administratief beroep door appellant gegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 8 augustus 2005, bij de Raad van State ingekomen op 8 augustus 2005, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 15 september 2005. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 12 oktober 2005 heeft [wederpartij] van antwoord gediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 januari 2006, waar appellant, vertegenwoordigd door mr. J.T. Buysman, gemachtigde, is verschenen. [wederpartij] is met bericht niet verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    Op 11 december 2003 heeft [wederpartij] beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op zijn administratief beroepschrift van 4 augustus 2003. De rechtbank heeft dit beroep gegrond verklaard in haar uitspraak van 28 juni 2005; geregistreerd onder procedurenummer 03/1408 WRB. De rechtbank oordeelde dat appellant zich kennelijk niet heeft gerealiseerd dat er sprake is geweest van twee aanvragen om toevoeging en van twee administratieve beroepschriften waarop beslist diende te worden. Appellant bestrijdt dit oordeel en stelt dat er slechts één aanvraag is geweest en één administratief beroepschrift. Op dit administratief beroepschrift heeft appellant een besluit genomen op 17 oktober 2003 waartegen door [wederpartij] beroep is ingesteld bij de rechtbank. Op 28 juni 2005 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in deze zaak, welke is geregistreerd onder procedurenummer 03/1196 WRB.
2.2.    In het onderhavige procesdossier bevindt zich een administratief beroepschrift van 4 augustus 2003. Dit administratief beroepschrift is een kopie van het administratief beroepschrift in het procesdossier, geregistreerd bij de rechtbank onder procedurenummer 03/1196 WRB. Nu in deze laatste zaak door appellant een besluit op administratief beroep is genomen, staat dit eraan in de weg dat een kopie van het daaraan ten grondslag liggende administratief beroepschrift in een andere zaak, te weten de onderhavige zaak, als een zelfstandig administratief beroepschrift aangemerkt kan worden. Ook op andere wijze is niet gebleken of door [wederpartij] aannemelijk gemaakt dat hij in de onderhavige zaak administratief beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft dit miskend.
2.3.    Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep bij de rechtbank niet-ontvankelijk verklaren.
2.4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I.    verklaart het hoger beroep gegrond;
II.    vernietigt de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 28 juni 2005, 03/1408;
III.    verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Altena    w.g. Klein
Lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 januari 2006.
176-512.