ECLI:NL:RVS:2005:AU8462
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W. Konijnenbelt
- P.A. de Vink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunning voor varkenshouderij in Rucphen
Op 16 december 2005 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een persoon, aangeduid als verzoeker, tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rucphen. Dit college had op 23 augustus 2005 een vergunning verleend voor het oprichten en in werking hebben van een varkenshouderij op een specifiek perceel in Rucphen. De vergunning was verleend op basis van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer en werd ter inzage gelegd op 12 september 2005. De verzoeker heeft op 20 oktober 2005 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, wat op 21 oktober 2005 bij de Raad van State is ingekomen.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 8 december 2005 ter zitting behandeld. Tijdens deze zitting waren zowel de verzoeker, vertegenwoordigd door een gemachtigde, als de verweerder, vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente, aanwezig. Ook de vergunninghouder was als partij gehoord. De Voorzitter heeft overwogen dat het oordeel over het verzoek om voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor de bodemprocedure.
De Voorzitter heeft vastgesteld dat de vergunning voor de varkenshouderij nog niet in werking is getreden, omdat de benodigde bouwvergunning nog niet was verleend. Hierdoor was er volgens de Voorzitter geen sprake van onverwijlde spoed die een voorlopige voorziening vereiste. Daarom heeft de Voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.