ECLI:NL:RVS:2005:AU8423
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- M. Duursma
- Rechtspraak.nl
Weigering handhaving tegen bouwwerk zonder vergunning voor hondenhouderij
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 13 december 2005 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, wonend te [woonplaats], had zich gewend tot de Raad van State na een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Niedorp, dat op 19 augustus 2004 had geweigerd handhavend op te treden tegen een bouwwerk dat zonder bouwvergunning was geplaatst op een perceel te [plaats]. Dit bouwwerk werd gebruikt voor het houden van honden.
Na een ongegrond verklaard bezwaar door het college op 26 april 2005, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Alkmaar op 6 juli 2005 het beroep van verzoeker gegrond verklaard en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen. Het college heeft vervolgens op 24 oktober 2005 besloten het bezwaar van verzoeker gegrond te verklaren en de partijen te gelasten de kooiconstructie van het bouwwerk te verwijderen, onder oplegging van een dwangsom.
Verzoeker heeft op 5 november 2005 een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, dat door de rechtbank Alkmaar naar de Raad van State is doorgezonden. Tijdens de zitting op 1 december 2005 is het verzoek behandeld, waarbij verzoeker en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren. De Voorzitter heeft overwogen dat er geen spoedeisend belang was dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigde, en dat de behandeling in de bodemprocedure kon worden afgewacht.
De Voorzitter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 december 2005.