ECLI:NL:RVS:2005:AU8419
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- B.S. Jansen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot vergunning voor metaalbewerkingsbedrijf te Eindhoven
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 12 december 2005 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Verzoekster, AHC Oppervlaktetechnieken, had een vergunning aangevraagd voor een metaalbewerkingsbedrijf op een perceel in Eindhoven. Deze vergunning was op 24 augustus 2005 verleend door het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven en op 25 augustus 2005 ter inzage gelegd. Verzoekster heeft op 4 oktober 2005 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 24 november 2005, waar zowel verzoekster als verweerder vertegenwoordigd waren. De Voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Tevens is er opgemerkt dat de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure en de Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure op 1 juli 2005 in werking zijn getreden, maar dat het recht zoals dat gold vóór deze inwerkingtreding van toepassing blijft op deze zaak.
Verzoekster verzocht om schorsing van voorschrift 11.4.1, dat vereist dat binnen 9 maanden na inwerkingtreding van de vergunning een operationele brandmeldinstallatie moet zijn geïnstalleerd. De Voorzitter heeft echter geen aanleiding gezien om een voorlopige voorziening te treffen, omdat de vergunning op grond van de Wet milieubeheer bij uitspraak van heden in werking treedt. Daarom heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 12 december 2005.