ECLI:NL:RVS:2005:AU8000
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H. van Kreveld
- P.C.E. van Wijmen
- S.F.M. Wortmann
- Rechtspraak.nl
Wijziging milieuvergunning en ontvankelijkheid beroep
In deze zaak heeft de Raad van State op 14 december 2005 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder. Het besluit, genomen op 8 februari 2005, betrof een wijziging van voorschrift K.4 van een milieuvergunning voor een metaalbewerkingsbedrijf. Dit besluit werd op 11 februari 2005 ter inzage gelegd. Appellanten hebben op 17 februari 2005 beroep ingesteld, maar verweerder stelde dat het beroep niet-ontvankelijk was. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft op 3 november 2005 de zaak behandeld, waarbij verweerder vertegenwoordigd was door ing. A.A. Dekker-van Ooijen.
De Raad van State overwoog dat volgens artikel 20.6, tweede lid, van de Wet milieubeheer alleen bepaalde belanghebbenden het recht hebben om beroep in te stellen. Appellanten hadden geen bedenkingen ingebracht tegen het ontwerp van het besluit, en de andere voorwaarden voor ontvankelijkheid waren niet van toepassing. De Raad concludeerde dat appellanten niet redelijkerwijs konden worden verweten geen bedenkingen te hebben ingebracht, en verklaarde het beroep derhalve niet-ontvankelijk. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van bedenkingen tegen ontwerpbesluiten voor de ontvankelijkheid van een beroep. De beslissing van de Raad van State is in naam der Koningin uitgesproken, en de zaak is afgesloten zonder verdere kosten voor de appellanten.