ECLI:NL:RVS:2005:AU7972
Raad van State
- Hoger beroep
- M. Vlasblom
- P.A. Offers
- C.H.M. van Altena
- S. Zwemstra
- Rechtspraak.nl
Intrekking keuringsbevoegdheid van appellant door de Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de intrekking van zijn keuringsbevoegdheid door de Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer. Op 1 november 2004 heeft de Algemeen Directeur besloten om de keuringsbevoegdheid van appellant voor het uitvoeren van periodieke keuringen van voertuigen tot en met 3500 kilogram voor de duur van 12 weken in te trekken. Dit besluit volgde op een steekproefcontrole op 22 september 2004, waarbij geconstateerd werd dat appellant tijdens de controle aan een voertuig aan het sleutelen was, wat in strijd was met de geldende regels. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de Algemeen Directeur verklaarde het bezwaar ongegrond op 13 december 2004.
Appellant heeft vervolgens beroep ingesteld bij de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, die op 20 januari 2005 het beroep ongegrond verklaarde. Tegen deze uitspraak heeft appellant hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij zijn stellingen herhaalde en getuigenverklaringen overlegde ter ondersteuning van zijn standpunt dat hij niet in quarantainetijd aan het voertuig had gesleuteld.
De Raad van State heeft de zaak op 20 oktober 2005 behandeld. In de overwegingen van de Raad werd geconcludeerd dat de door appellant overgelegde getuigenverklaringen niet voldoende steun boden voor zijn verklaring. De Raad oordeelde dat de voorzieningenrechter terecht geen aanleiding had gezien om de bevindingen van de steekproefcontroleur voor onjuist te houden. Uiteindelijk werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de aangevallen uitspraak bevestigd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.