ECLI:NL:RVS:2005:AU7587
Raad van State
- Hoger beroep
- T.M.A. Claessens
- L.E.M. Wilbers-Taselaar
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank Maastricht inzake stagebeoordeling Geneeskunde
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht. De rechtbank had op 16 februari 2005 het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen rechtens te honoreren belang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat de stageverklaring Sociale Geneeskunde op 23 augustus 2004 was getekend, en appellante niet had aangetoond dat zij schade had geleden door het latere aftekenen van deze verklaring door de stagecoördinator.
De appellante had eerder, op 26 januari 2004, een besluit ontvangen van de Examencommissie van de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit Maastricht, waarin werd bepaald dat zij een aanvullende opdracht moest vervullen om een voldoende stagebeoordeling te verkrijgen. Na een ongegrond verklaard beroep bij het College van Beroep voor de Examens van de Universiteit Maastricht, had appellante hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
Tijdens de zitting op 18 november 2005 was het college vertegenwoordigd door mr. M.L.C.M. Schrijnemaekers, terwijl appellante niet aanwezig was. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht het beroep van appellante niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Afdeling oordeelde dat appellante geen belang had bij de inhoudelijke beoordeling van het geschil, en dat het hoger beroep ongegrond was. De aangevallen uitspraak werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 7 december 2005.