ECLI:NL:RVS:2005:AU6236

Raad van State

Datum uitspraak
16 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200502914/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een eerdere uitspraak inzake registratie van geneesmiddelen

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 16 november 2005 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 23 februari 2005. Het verzoekster, vertegenwoordigd door mr. J.R.A. Schoonderbeek en anderen, vroeg om herziening van de uitspraak die de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam op 21 juni 2004 had gedaan. De eerdere uitspraak had het beroep van verzoekster ongegrond verklaard. De Afdeling heeft het verzoek tot herziening behandeld op 27 oktober 2005, waarbij ook vertegenwoordigers van het College ter beoordeling van geneesmiddelen en Hexal B.V. aanwezig waren.

De Afdeling overwoog dat herziening een buitengewoon rechtsmiddel is, dat alleen kan worden toegepast op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden en die niet eerder bekend waren. Verzoekster stelde dat de eerdere uitspraak in strijd was met het Gemeenschapsrecht en dat er prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen gesteld hadden moeten worden. De Afdeling oordeelde echter dat de argumenten van verzoekster niet van feitelijke aard waren en dat het verzoek niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarom werd het verzoek afgewezen.

De uitspraak benadrukt dat herziening niet kan worden gebruikt om een heropening van het debat over rechtsvragen te forceren, maar enkel om onjuiste feitelijke grondslagen te corrigeren. De Afdeling concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en wees het verzoek af, waarbij de uitspraak in naam der Koningin werd gedaan.

Uitspraak

200502914/1.
Datum uitspraak: 16 november 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
[verzoekster], gevestigd te [plaats],
om herziening (artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht) van de uitspraak van de Afdeling van 23 februari 2005, in zaak no. 200406372/1.
1.    Procesverloop
Bij uitspraak van 23 februari 2005, in zaak no.
200406372/1, heeft de Afdeling de uitspraak van de voorzieningenrechter van rechtbank Amsterdam van 21 juni 2004, AWB 04/2262, AWB 04/2353 en AWB 04/2354  vernietigd en het door verzoekster bij de rechtbank ingestelde beroep alsnog ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Bij brief van 1 april 2005 heeft verzoekster de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien. Deze brief is aangehecht.
De Afdeling heeft het verzoek ter zitting behandeld op 27 oktober 2005, waar verzoekster, vertegenwoordigd door mr. J.R.A. Schoonderbeek, advocaat te Amsterdam, en drs. A. van Maaren en M. Sankey, is verschenen.
Voorts zijn gehoord het College ter beoordeling van geneesmiddelen, vertegenwoordigd door mr. M.F. van der Mersch, advocaat te Den Haag, en drs. I.A.M.J. Leentjens, en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Hexal B.V.", gevestigd te Haarlem, vertegenwoordigd door mr. J.Th. van Walderveen, advocaat te Amsterdam, en drs. L. Huinink.
2.    Overwegingen
2.1.    Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan de Afdeling op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Afdeling eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2.2.    Herziening is een buitengewoon rechtsmiddel met aanwending waarvan een onherroepelijke rechterlijke uitspraak kan worden geredresseerd indien blijkt dat deze berust op een onjuiste feitelijke grondslag en ook overigens aan de voorwaarden van artikel 8:88, eerste lid, van de Awb is voldaan. Binnen de strakke grenzen van deze bepaling kunnen derhalve slechts aangelegenheden van feitelijke aard tot herziening leiden. Een betoog, ertoe strekkend dat de uitspraak waarvan herziening is verzocht, berust op een onjuiste rechtsopvatting kan niet dienen als grond voor herziening.
Het betoog van verzoekster komt er in de kern op neer dat de uitspraak van de Afdeling van 23 februari 2005 strijdig is met het Gemeenschapsrecht, omdat het daarin neergelegde oordeel omtrent de voorliggende rechtsvraag naar Europees recht niet voldoende duidelijk voortvloeide uit de reeds door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen gevormde rechtspraak en dat de zaak derhalve voor het stellen van prejudiciële vragen had dienen te worden verwezen naar dat Hof.
Ter onderbouwing van haar standpunt heeft zij verwezen naar een aan haar advocaat gerichte brief van een ambtenaar van het directoraat-generaal Ondernemingen en Industrie van de Europese Commissie van 28 december 2004 en naar twee brieven van haar advocaat, gericht aan het voormelde directoraat-generaal van de Europese Commissie, van onderscheidenlijk 26 oktober 2004 en 25 januari 2005. De in deze brieven neergelegde standpunten zijn niet van feitelijke aard. Het verzoek berust derhalve niet op feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Awb, doch strekt tot heropening van het debat over de in de uitspraak van 23 februari 2005 besliste rechtsvragen. Het dient reeds daarom te worden afgewezen.
2.3.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, Voorzitter, en mr. H.G. Lubberdink en mr. C.H.M. van Altena, Leden, in tegenwoordigheid van mr. Y.C. Visser, ambtenaar van Staat.
w.g. Vlasblom    w.g. Visser
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 november 2005
148.