ECLI:NL:RVS:2005:AU4989
Raad van State
- Hoger beroep
- W. van den Brink
- B. Klein Nulent
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen sloopvergunning brandweergarage Zaltbommel
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, die op 27 januari 2005 het beroep tegen de sloopvergunning van het college van burgemeester en wethouders van Zaltbommel ongegrond verklaarde. De vergunning, verleend op 2 maart 2004, betrof de sloop van een brandweergarage op een specifiek perceel in Zaltbommel. Appellanten stelden dat de sloopvergunning in strijd was met de Bouwverordening van de gemeente Zaltbommel, met name met betrekking tot de aanwezigheid van asbest en de veiligheid tijdens de sloop. De rechtbank had echter geoordeeld dat de vergunning terecht was verleend, omdat het college voldoende waarborgen had getroffen in de vergunning om de veiligheid en bescherming van nabijgelegen gebouwen te waarborgen.
Tijdens de zitting op 18 oktober 2005, waar appellanten werden bijgestaan door hun advocaat, werd het betoog van appellanten dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de sloopvergunning in stand kon blijven, besproken. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de rechtbank voldoende gemotiveerd had ingegaan op de argumenten van appellanten en dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de door het college gestelde voorwaarden niet voldoende bescherming boden. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.
De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de aangevallen uitspraak bevestigde. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien hiervoor geen aanleiding bestond.