ECLI:NL:RVS:2005:AU4574
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- W. van Hardeveld
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening voor vergunning varkenshouderij in Someren
In deze zaak heeft de Raad van State op 13 oktober 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een vergunning voor een varkenshouderij in Someren. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Someren, had op 1 juni 2005 een vergunning gedeeltelijk geweigerd en gedeeltelijk verleend voor het houden van varkens op een perceel in Someren. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 29 september 2005 heeft de Voorzitter de zaak behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. W.A. Braams, en de verweerder werd vertegenwoordigd door F.F.M. van der Wiel, ambtenaar van de gemeente.
De Voorzitter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de vergunning gedeeltelijk was geweigerd vanwege onaanvaardbare stankhinder en ammoniakemissie. De verzoeker betoogde dat de vergunning ten onrechte gedeeltelijk was geweigerd en dat de bestaande bedrijfsvoering voor legalisatie in aanmerking kwam. De Voorzitter heeft echter geoordeeld dat de afstandseisen uit de Richtlijn veehouderij en stankhinder niet konden worden nageleefd en dat de verzoeker niet over voldoende bestaande rechten beschikte. Bovendien werd vastgesteld dat de cumulatieve stankhinder niet voldeed aan de toetsingscriteria.
De Voorzitter heeft geconcludeerd dat de gevraagde vergunning terecht gedeeltelijk was geweigerd en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 oktober 2005.