Uitspraak
200300807/1vernietigde deel van het Tracébesluit "A2/A67 Randweg Eindhoven" te repareren, voorzover het betreft het tracéonderdeel "locatie […].
Raad van State
Op 9 mei 2005 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het Tracébesluit "A2/A67 Randweg Eindhoven 2005 km. 10.417-10.609" vastgesteld. Dit besluit betreft de ombouw van de bestaande randweg van Eindhoven van twee naar vier rijbanen. Verzoekers hebben op 30 juni 2005 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek op 26 augustus 2005 ter zitting behandeld, waarbij verzoekers vertegenwoordigd waren door hun gemachtigde en advocaat, en verweerder door ambtenaren van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
De Voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Verzoekers stellen dat het Tracébesluit ten onrechte is vastgesteld en verzoeken om schorsing van het besluit om te voorkomen dat vergunningen worden verleend en met de aanleg van het tracé wordt begonnen. Verweerder heeft echter verklaard dat er geen feitelijke werkzaamheden zullen worden verricht voordat de Afdeling in de bodemprocedure uitspraak heeft gedaan. Ook zijn er geen vergunningen benodigd voor de uitvoering van het Tracébesluit.
Gelet op deze verklaringen heeft de Voorzitter geoordeeld dat er geen spoedeisend belang is dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. Het verzoek is afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 7 september 2005 openbaar uitgesproken.