ECLI:NL:RVS:2005:AU2116
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E.M.H. Hirsch Ballin
- M.A.G. Stolker
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor overtreding van artikel 5:20 Awb
In deze zaak hebben verzoekers bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Spijkenisse, waarbij hen op 11 juli 2005 een last onder dwangsom is opgelegd wegens het overtreden van artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel verplicht een ieder om aan een toezichthouder binnen een redelijke termijn medewerking te verlenen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. Verzoekers hebben op 1 augustus 2005 de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij van mening zijn dat de medewerkingplicht niet van toepassing is in hun situatie.
De Voorzitter heeft het verzoek op 15 augustus 2005 ter zitting behandeld, waar verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde, en vertegenwoordigers van verweerder aanwezig waren. Verzoekers betogen dat de medewerkingplicht alleen geldt in het kader van toezicht op vergunningen en niet voor beleidsdoeleinden. Daarnaast stellen zij dat hun inrichting geen knelpunt is op het gebied van externe veiligheid, waarvoor een convenant is opgesteld.
Verweerder heeft de last onder dwangsom opgelegd omdat verzoekers weigerden de doorzetgegevens van hun LPG-tankstation te verstrekken, zoals vereist door het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI). De Voorzitter oordeelt dat het verlangen om gegevens te verstrekken in het kader van de actualisering van de milieuvergunning wel degelijk onder toezicht valt volgens de Awb. De weigering van verzoekers om de gegevens te verstrekken is in strijd met artikel 5:20, eerste lid, van de Awb.
De Voorzitter concludeert dat handhaving in het algemeen belang is en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat van handhaving wordt afgezien. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 29 augustus 2005 openbaar uitgesproken.