ECLI:NL:RVS:2005:AT9647
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- W. van Hardeveld
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving geluidhinder op terrein van inrichting
Op 2 mei 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende een besluit genomen waarbij eerdere besluiten van 1 juni 2004 en 16 december 2003 zijn ingetrokken. Dit besluit betreft een handhavingsverzoek van de verzoeker, dat gedeeltelijk is toegewezen en gedeeltelijk is afgewezen. De verzoeker heeft op 18 mei 2005 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek op 1 juli 2005 ter zitting behandeld, waarbij de verzoeker in persoon aanwezig was, bijgestaan door ir. A.K.M. van Hoof, en de verweerder vertegenwoordigd was door M.C.I. Smits, ambtenaar van de gemeente. Ook is [belanghebbende] als partij gehoord, bijgestaan door mr. G.C. Kooijman, advocaat te Den Bosch. De Voorzitter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Hij heeft het spoedeisend belang van de verzoeker beoordeeld, die stelde dat er al lange tijd niet adequaat handhavend wordt opgetreden tegen geluidhinder. De Voorzitter concludeert dat er door de verweerder handhavend wordt opgetreden en dat de verzoeker onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de opgelegde lasten onder dwangsom niet effectief zijn. De Voorzitter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, met de overweging dat er geen spoedeisend belang is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.