ECLI:NL:RVS:2005:AT9289
Raad van State
- Herziening
- F.P. Zwart
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- D. Roemers
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerdere uitspraak inzake bouwvergunning en verzoekster's belang
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 13 juli 2005 uitspraak gedaan op het verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 26 juni 2002. De verzoekster, de stichting 'Stichting Parkland', had het verzoek ingediend naar aanleiding van een eerdere uitspraak waarin de rechtbank Maastricht op 18 april 2001 een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen had bevestigd. Dit besluit betrof een bouwvergunning die was verleend aan Texaco Nederland B.V. voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen aan de N 281 (Keulseweg). De verzoekster had in eerdere procedures bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, maar het college had deze vergunning op 29 oktober 2004 ingetrokken, waardoor het besluit onherroepelijk was geworden.
De Afdeling heeft vastgesteld dat de verzoekster geen belang meer had bij de herziening, aangezien het door haar beoogde resultaat al was bereikt: er zou geen bouw plaatsvinden door Texaco op basis van de eerder verleende vergunning. De vrees van de verzoekster dat Texaco zich alsnog zou beroepen op een verschoonbare termijnoverschrijding werd ongegrond verklaard, omdat Texaco geen bezwaar had gemaakt tegen het intrekkingsbesluit en bovendien had verklaard af te zien van nieuwbouw ter plaatse. Hierdoor werd het verzoek tot herziening niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van het bestaan van een procesbelang bij het indienen van een verzoek tot herziening. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in deze zaak geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, en de beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin.