ECLI:NL:RVS:2005:AT8755
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. Vlasblom
- E.D. Boer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake stillegging bouw woning te Boxtel
In deze zaak heeft de Raad van State op 1 juli 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Het hoger beroep was ingesteld door het college van burgemeester en wethouders van Boxtel tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 10 maart 2005. De rechtbank had het beroep van de wederpartij gegrond verklaard en de stillegging van de bouw van een woning op een perceel te Boxtel ongedaan gemaakt. De stillegging was opgelegd op 1 augustus 2003 op basis van artikel 100, derde lid, van de Woningwet, in samenhang met de gemeentelijke bouwverordening. De verzoeker had een dwangsom van € 100.000,00 opgelegd aan de wederpartij om te voorkomen dat de bouwactiviteiten zouden worden voortgezet.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft op 22 juni 2005 de zaak behandeld. De verzoeker, vertegenwoordigd door M.W.C. Heesbeen, en de wederpartij, bijgestaan door mr. A.A.M. van der Aa, waren aanwezig. De Voorzitter overwoog dat de vraag of de bouw van de woning in overeenstemming is met de eerder verleende bouwvergunning niet in deze procedure beantwoord kon worden, maar in de bodemprocedure aan de orde moet komen. De verzoeker had er belang bij dat de bouw niet werd hervat, om te voorkomen dat de woning gerealiseerd zou zijn voordat het hoger beroep was behandeld. De wederpartij had niet aangetoond dat hij een dringend belang had bij de bouw, waardoor de Voorzitter besloot tot het treffen van een voorlopige voorziening.
De beslissing hield in dat de werking van de uitspraak van de rechtbank werd geschorst en dat het griffierecht aan de verzoeker werd terugbetaald. Deze uitspraak is openbaar gedaan op 1 juli 2005.