ECLI:NL:RVS:2005:AT7483
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Beekhuis
- J.C. Rijntjes-Lindhout
- Rechtspraak.nl
Besluit tot gedogen van activiteiten zonder vergunning door Constar Betonwaren BV
In deze zaak heeft de Raad van State op 15 juni 2005 uitspraak gedaan over het beroep van Mebin B.V. tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. Het college had op 19 mei 2004 besloten om gedogen dat de activiteiten van Constar Betonwaren BV, gevestigd te Amsterdam, werden voortgezet zonder de vereiste vergunning op grond van de Wet milieubeheer. Dit besluit was geldig tot 8 december 2004. Mebin B.V. heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar ongegrond op 21 december 2004. Mebin B.V. heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Raad van State op 7 februari 2005.
Tijdens de zitting op 7 juni 2005 werd de zaak behandeld, waarbij Mebin B.V. werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde J. Wildschut en het college door mr. K.J.T.M. Hehenkamp. De Raad van State overwoog dat de gedoogperiode van het besluit van 19 mei 2004 inmiddels was verstreken, waardoor het doel van het beroep niet meer kon worden bereikt. Mebin B.V. stelde dat er nog steeds belang was bij de beoordeling, omdat het college op 3 februari 2005 had besloten om de gedoogperiode te verlengen tot 1 juli 2005. De Raad van State oordeelde echter dat dit besluit het eerdere besluit niet introk of wijzigde, en dat er geen grond was voor het aannemen van ontvankelijkheid van het beroep.
Uiteindelijk verklaarde de Raad van State het beroep van Mebin B.V. niet-ontvankelijk en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 15 juni 2005.