ECLI:NL:RVS:2005:AT7437
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.E.M. Polak
- A.M. van Meurs-Heuvel
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in planschadevergoeding door de gemeente Heemskerk
In deze zaak heeft de Raad van State op 10 juni 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep van de gemeente Heemskerk. De gemeente had op 28 mei 2003 de verzoeken van vier wederpartijen tot planschadevergoeding afgewezen, zoals bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De wederpartijen hadden hiertegen bezwaar gemaakt, maar de gemeente verklaarde deze bezwaren ongegrond bij besluiten van 29 januari 2004. De rechtbank Haarlem oordeelde op 21 februari 2005 dat de beroepen van de wederpartijen gegrond waren en vernietigde de beslissing op bezwaar van de gemeente, waarbij de gemeente werd opgedragen nieuwe beslissingen te nemen.
De gemeente heeft vervolgens bij de Raad van State hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet direct nieuwe beslissingen op de bezwaarschriften van de wederpartijen hoefde te nemen. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 2 juni 2005 behandeld. Tijdens de zitting waren vertegenwoordigers van de gemeente aanwezig, terwijl een van de wederpartijen niet verschenen was.
De Voorzitter overwoog dat het verzoek om voorlopige voorziening toewijsbaar was, omdat het belang van de gemeente om de uitspraak van de Afdeling af te wachten zwaarder woog dan het financiële belang van de wederpartijen. De Voorzitter besloot dat de gemeente geen nieuwe beslissingen op de bezwaarschriften van de wederpartijen hoefde te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 juni 2005.