ECLI:NL:RVS:2005:AT7415
Raad van State
- Hoger beroep
- D.A.C. Slump
- P.J.J. van Buuren
- S.F.M. Wortmann
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijstelling voor aanleg parkeerplaatsen door college van burgemeester en wethouders van Amersfoort
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de stichting 'Stichting Behoud Woonklimaat Stationsplein en Omgeving' en anderen tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort. Het college had op 11 november 2003 vrijstelling verleend voor het aanleggen van zes parkeerplaatsen op het perceel Prins Hendriklaan 15 te Amersfoort, op verzoek van de Sociëteit Amicitia. De appellanten waren van mening dat dit besluit in strijd was met artikel 56, eerste lid, van de Gemeentewet, en dat een lid van het college zich ten onrechte niet had onthouden van deelname aan de besluitvorming.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 19 mei 2005 ter zitting behandeld. De appellanten, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. F.J. Jacobs, stelden dat het college niet in redelijkheid had kunnen besluiten tot het verlenen van de vrijstelling. De rechtbank Utrecht had eerder, op 8 oktober 2004, het beroep van de appellanten ongegrond verklaard, wat hen ertoe bracht om hoger beroep in te stellen.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het college de vrijstelling had kunnen verlenen. De appellanten konden niet aantonen dat de beslissing op bezwaar van 10 februari 2004 in strijd was met de vereisten van de Gemeentewet. Ook werd vastgesteld dat het collegelid dat lid was van de sociëteit op het moment van de heroverweging geen deel meer uitmaakte van het college. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.