ECLI:NL:RVS:2005:AT6969
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.M. Boll
- D. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in milieubeheerzaak met betrekking tot melkrundveehouderij
Op 3 juni 2005 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door twee groepen verzoekers tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden, dat op 22 februari 2005 een revisievergunning had verleend voor een melkrundveehouderij annex zuivelfabriek. De vergunninghoudster had de vergunning verkregen op basis van de Wet milieubeheer, en het besluit was op 17 maart 2005 ter inzage gelegd. De verzoekers hebben op verschillende data beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesden voor onomkeerbare schade door de uitvoering van de vergunning.
De zitting vond plaats op 26 mei 2005, waar de verzoekers, bijgestaan door hun advocaten, en de vertegenwoordigers van de gemeente Coevorden en de vergunninghoudster aanwezig waren. Tijdens de zitting werd duidelijk dat voor de uitvoering van de vergunde activiteiten bouwactiviteiten noodzakelijk waren, die niet voor september 2005 zouden beginnen. De vergunninghoudster heeft toegezegd dat de vergunde opslagcapaciteit niet vóór deze datum zou worden benut.
De Voorzitter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de vergunninghoudster niet op korte termijn gebruik zou maken van de vergunning. De Voorzitter heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen en benadrukt dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.