ECLI:NL:RVS:2005:AT6548
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- E.D. Boer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake permanente bewoning recreatiewoning Hellevoetsluis
In deze zaak hebben verzoekers, bewoners van een recreatiewoning in Hellevoetsluis, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis. Dit college had op 15 juni 2004 besloten dat de permanente bewoning van de recreatiewoning binnen zes maanden moest worden beëindigd, op straffe van een dwangsom. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard op 18 februari 2005. Vervolgens hebben zij hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij ook verzochten om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 19 mei 2005 behandeld. Tijdens deze zitting verklaarden de verzoekers dat zij inmiddels waren verhuisd en dat de recreatiewoning niet meer permanent werd bewoond. De Voorzitter concludeerde dat er op dat moment geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien er geen dwangsommen meer verbeurd konden worden. De Voorzitter merkte op dat eventuele geschillen over de naleving van de last door de bevoegde rechter moesten worden beoordeeld.
Uiteindelijk heeft de Voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 24 mei 2005.