ECLI:NL:RVS:2005:AT5341
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- W. van Hardeveld
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake de overtreding van voorschrift 1.5.1 van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer door de Leidse Tennisvereniging De Merenwijk
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 2 mei 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek werd ingediend door een aantal verzoekers, wonend te [woonplaats], tegen een besluit van het dagelijks bestuur van de Milieudienst West-Holland. Dit besluit, genomen op 22 maart 2004, betrof de intrekking van een last onder dwangsom die was opgelegd aan de 'Leidse Tennisvereniging De Merenwijk' wegens overtreding van voorschrift 1.5.1 van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer. De verzoekers stelden dat de tennisvereniging deze voorschriften overtrad, met name met betrekking tot directe lichtinstraling.
De procedure begon met een bezwaar dat door verweerder ongegrond werd verklaard op 31 januari 2005. Hierna hebben de verzoekers op 9 maart 2005 beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 28 april 2005, waar zowel de verzoekers als de vertegenwoordigers van de verweerder en de tennisvereniging aanwezig waren.
De Voorzitter overwoog dat het oordeel voorlopig van aard is en niet bindend in de bodemprocedure. De verzoekers voerden aan dat er sprake was van overtreding van het voorschrift, terwijl verweerder betoogde dat voldaan was aan de grenswaarden van de Algemene Richtlijn betreffende lichthinder. De Voorzitter concludeerde dat, hoewel er enige lichtmasten zijn die directe lichtinstraling veroorzaken, deze niet in strijd zijn met de richtlijnen. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.