Uitspraak
200102937/1, Gst. 2004, 7219, 204, heeft de Afdeling beslist op de beroepen die hiertegen zijn ingesteld.
Raad van State
Op 19 januari 2004 heeft de gemeenteraad van Oirschot het bestemmingsplan "Buitengebied Correctieve herziening 2003" vastgesteld, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders. Dit besluit werd goedgekeurd door de gedeputeerde staten van Noord-Brabant op 7 september 2004. Verzoekers hebben op 1 november 2004 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek op 22 februari 2005 behandeld, waarbij verzoekers vertegenwoordigd waren door mr. K.T.E. Huisman en verweerder door mr. A.J.A.M. van de Laar. De gemeenteraad van Oirschot was ook aanwezig, vertegenwoordigd door M.P.C. Verkooijen.
De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet toewijsbaar was. De verzoekers stelden dat de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Semi- en niet-agrarische bedrijven" onterecht was verleend, omdat zij hun bedrijf wilden verplaatsen naar een bedrijfsterrein in Oirschot en een woonbestemming voor hun gronden wensten. De Voorzitter concludeerde dat de verzoekers niet gebaat waren bij schorsing van het besluit, omdat dit niet zou leiden tot de gewenste bestemming. Bovendien was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen om onomkeerbare gevolgen te voorkomen, aangezien er al een bouwvergunning was verleend voor een opslagruimte.
Uiteindelijk heeft de Voorzitter het verzoek afgewezen, met de overweging dat onverwijlde spoed ontbrak en dat de afhandeling van het geschil in de hoofdzaak kon worden afgewacht. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 18 maart 2005.