ECLI:NL:RVS:2005:AS3187

Raad van State

Datum uitspraak
13 januari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200409775/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Beekhuis
  • M.A.G. Stolker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bodemverontreiniging te Landsmeer

In deze zaak heeft de Raad van State op 13 januari 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. Dit besluit, genomen op 13 oktober 2004, betrof de vaststelling van een ernstig geval van bodemverontreiniging op de locatie Sportlaan-Herculesweg Breekoeverproject te Landsmeer. De verzoekster, de stichting 'Stichting Openheid', had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening was dat het besluit onzorgvuldig was voorbereid en dat er onvoldoende duidelijkheid was over de financiële dekking van het saneringsplan en de ruimtelijke gevolgen daarvan.

Tijdens de zitting op 6 januari 2005 werd het verzoek behandeld. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, H. Beekhuis, oordeelde dat het verzoek inhoudelijk behandeld kon worden, ondanks het verweer van verweerder dat de stichting geen belanghebbende was en dat het bezwaarschrift te laat was ingediend. De Voorzitter concludeerde dat de bekendmaking van het bestreden besluit op een juiste wijze had plaatsgevonden, aangezien de bewoners van de nabijgelegen woningen en de woningbouwvereniging op de hoogte waren gesteld. Ook werd vastgesteld dat de gronden van verzoekster met betrekking tot de financiële dekking en de ruimtelijke gevolgen niet relevant waren voor de rechtmatigheid van het besluit.

Uiteindelijk heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de rechtmatigheid van het besluit van het college van gedeputeerde staten. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag, 13 januari 2005, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

200409775/1.
Datum uitspraak: 13 januari 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de stichting "Stichting Openheid", gevestigd te Landsmeer,
verzoekster,
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 13 oktober 2004, kenmerk 2004-42143, heeft verweerder vastgesteld dat locatie Sportlaan-Herculesweg Breekoeverproject te Landsmeer, kadastraal bekend gemeente Landsmeer, sectie A, nummers 3171, 3975 (deels), 4009, 4213 en 4216 (deels), een ernstig geval van bodemverontreiniging betreft, waarvan de sanering niet urgent is, en ingestemd met het saneringsplan.
Tegen dit besluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt.
Bij brief van 3 december 2004, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 januari 2005, waar verzoekster, vertegenwoordigd door [voorzitter], en [gemachtigde], en verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.F.P.van Mierlo en ing. J.S. Rem, ambtenaren der provincie, zijn verschenen. Voorts is gehoord het college van burgemeester en wethouders van Landsmeer, vertegenwoordigd door J. Pawirodihardjo-Fer en mr. R.C. Dekker, ambtenaren der gemeente.
2.    Overwegingen
2.1.    Deze procedure leent zich er niet voor om definitief uitsluitsel te geven ten aanzien van het ter zitting door verweerder gevoerde verweer, inhoudende dat de stichting Openheid geen belanghebbende is en dat het bezwaarschrift te laat is ingediend. Aangezien niet geheel is uitgesloten dat het bezwaar van verzoekster ontvankelijk is, zal de Voorzitter het verzoek hieronder inhoudelijk behandelen.
2.2.    Verzoekster voert aan dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid, omdat verweerder niet alle belanghebbenden op de hoogte heeft gebracht van het bestreden besluit. Zij voert voorts aan dat onvoldoende duidelijk is of voor het saneringsplan financiële dekking aanwezig is en dat aan het saneringsplan vooralsnog onbekende ruimtelijke gevolgen zijn verbonden.
2.2.1.    Ter zitting is naar voren gekomen dat verweerder een exemplaar van het bestreden besluit heeft toegezonden aan de bewoners van woningen in de nabijheid van de locatie en aan de woningbouwvereniging ter zake van een woningencomplex op een deel van de locatie. Voorts is bekendmaking van het bestreden besluit geschied door publicatie van de zakelijke inhoud ervan in de Echo (editie Noord), die in de gehele gemeente Landsmeer wordt verspreid. Gelet hierop is de Voorzitter van oordeel dat de bekendmaking van het bestreden besluit niet op onjuiste wijze is geschied. Ook overigens is niet gebleken van onzorgvuldigheid bij de voorbereiding van het besluit.
De Voorzitter overweegt voorts dat de gronden inzake de financiële dekking van het saneringsplan en de ruimtelijke gevolgen van dat plan niet raken aan de rechtmatigheid van het besluit, aangezien die gronden niet zien op het belang van de bescherming van de bodem. Die gronden kunnen reeds om die reden niet slagen.
2.3.    Gelet op het vorenstaande ziet de Voorzitter aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H. Beekhuis, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.A.G. Stolker, ambtenaar van Staat.
w.g. Beekhuis    w.g. Stolker
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 januari 2005
157-424.