ECLI:NL:RVS:2005:AS2144
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Beekhuis
- D. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in verband met vergunning voor vleesvarkensproductiebedrijf
Op 5 januari 2005 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door verzoekers tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Marum, dat op 10 september 2004 een vergunning had verleend voor het oprichten en in werking hebben van een vleesvarkensproductiebedrijf op een perceel in de gemeente Marum. De vergunning was ter inzage gelegd op 17 september 2004, waarna verzoekers op 28 oktober 2004 beroep instelden en tevens verzochten om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 23 december 2004, waar verzoekers en de vergunninghoudster vertegenwoordigd waren. De Voorzitter oordeelde dat de verleende oprichtingsvergunning in strijd was met het geldende bestemmingsplan en dat er nog geen bouwvergunning was aangevraagd. Volgens artikel 20.8 van de Wet milieubeheer kan een vergunning voor het oprichten van een inrichting niet in werking treden voordat de benodigde bouwvergunning is verleend. De Voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de vergunning niet in werking kon treden zonder de bouwvergunning.
Daarom heeft de Voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 5 januari 2005.