ECLI:NL:RVS:2005:3
Raad van State
- Hoger beroep
- M.G.J. Parkins-de Vin
- T.M.A. Claessens
- D. Roemers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
In deze zaak heeft de Raad van State op 2 november 2005 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag was op 5 september 2003 door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie afgewezen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Roermond, die op 22 juni 2005 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 23 juli 2005 is ingediend. De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de argumenten in het hoger-beroepschrift niet voldoende zijn om de uitspraak van de rechtbank te vernietigen. De aangevoerde punten waren niet van zodanig belang dat zij vragen opriepen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in het algemeen beantwoord moesten worden. Daarom heeft de Raad van State besloten het hoger beroep kennelijk ongegrond te verklaren en de uitspraak van de rechtbank te bevestigen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 2 november 2005.