ECLI:NL:RVS:2004:AS1931
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W. Konijnenbelt
- S.T. Heijstek-van Leussen
- Rechtspraak.nl
Schorsing van last onder dwangsom opgelegd aan NS Railinfrabeheer B.V. door het college van burgemeester en wethouders van Gouda
In deze zaak heeft de Raad van State op 21 december 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van NS Railinfrabeheer B.V. (verzoekster) tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Gouda (verweerder). Het college had op 27 oktober 2004 een last onder dwangsom opgelegd aan verzoekster wegens overtreding van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer. De dwangsom was vastgesteld op € 5.000,00 per overtreding, met een maximum van € 50.000,00. De last onder dwangsom had een begunstigingstermijn tot 21 december 2004. Verzoekster maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 21 december 2004, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.A.M. van der Velden, betoogde verzoekster dat het onduidelijk was waar de last op zag en wat er gedaan moest worden om de overtreding ongedaan te maken. De Voorzitter oordeelde dat het bestreden besluit onvoldoende duidelijkheid bood over welke werkzaamheden op welke locatie een overtreding opleverden. Hierdoor was niet duidelijk wat van verzoekster werd verlangd om verbeurte van de dwangsom te voorkomen. De Voorzitter besloot daarom het besluit van het college te schorsen.
De uitspraak resulteerde in de schorsing van de last onder dwangsom tot zes weken na de beslissing op het bezwaar van verzoekster. Tevens werd het college veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoekster, inclusief het griffierecht. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijkheid in bestuursbesluiten en de noodzaak voor bestuursorganen om helder te communiceren over de vereisten waaraan burgers moeten voldoen.