ECLI:NL:RVS:2004:AR7978
Raad van State
- Hoger beroep
- D.A.C. Slump
- P.A. Offers
- S.F.M. Wortmann
- W.H. Tulmans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen bouwvergunning voor eengezinswoning in Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag (hierna: appellant) tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. Het appellant had op 12 februari 2001 een vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het vergroten van een eengezinswoning op het perceel [locatie] te Den Haag. Dit besluit werd door [wederpartij] aangevochten, waarna het bezwaar door appellant op 30 oktober 2002 ongegrond werd verklaard. De rechtbank 's-Gravenhage oordeelde echter op 6 februari 2004 dat het beroep van [wederpartij] gegrond was, wat leidde tot het hoger beroep van appellant bij de Raad van State, ingediend op 25 maart 2004.
De Raad van State heeft de zaak op 4 november 2004 ter zitting behandeld. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de stukken die door appellant als ontwerp-uitwerkingsplan waren aangeduid, niet voldeden aan de vereisten van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985. De rechtbank had vastgesteld dat de stukken geen omschrijving van de bestemmingen bevatten en niet vergezeld gingen van een toelichting. Appellant's argument dat de eisen voor een klein bouwplan niet van toepassing waren, werd door de rechtbank verworpen.
De Raad van State concludeerde dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 22 december 2004.