ECLI:NL:RVS:2004:AR6296
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Beekhuis
- W. van Hardeveld
- Rechtspraak.nl
Vergunning voor het houden van schapen, geiten en pluimvee en de verkoop van vlees
In deze zaak gaat het om een besluit van 2 maart 2004, waarbij de gemeente Haaksbergen een vergunning heeft verleend aan appellante voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor het houden van schapen, geiten en pluimvee, alsook voor de verkoop en bewerking van vlees. Dit besluit werd op 12 maart 2004 ter inzage gelegd. Appellante heeft op 22 april 2004 beroep ingesteld tegen dit besluit, waarna verweerder op 7 juli 2004 een verweerschrift indiende. De zaak werd behandeld door een enkelvoudige kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 22 oktober 2004, waar beide partijen aanwezig waren.
De vergunning betreft het houden van 20 schapen en 20 geiten voor de slacht, alsook 50 kippen die binnen de inrichting worden geslacht. Appellante betoogde dat verweerder ten onrechte de verplichting had opgelegd om vóór 1 november 2004 een nieuwe in- en uitrit te realiseren. Tijdens de zitting bleek dat de aanvraag zowel een nieuwe als een bestaande in- en uitrit omvatte, maar verweerder had in het bestreden besluit niet duidelijk gemaakt dat deze verplichting onderdeel uitmaakte van de vergunning.
De Afdeling oordeelde dat de overwegingen in het dictum van het bestreden besluit niet als zelfstandig rechtsgevolg konden worden beschouwd. Aangezien appellante het door haar verlangde dictum had verkregen, was het niet mogelijk om enkel beroep in te stellen tegen de overweging in de considerans. De Afdeling verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 24 november 2004.