ECLI:NL:RVS:2004:AR6289

Raad van State

Datum uitspraak
19 november 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200405754/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Centrum van Sint-Oedenrode

Op 30 oktober 2003 heeft de gemeenteraad van Sint-Oedenrode, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders, het bestemmingsplan "Centrum" vastgesteld. Dit besluit werd goedgekeurd door de gedeputeerde staten van Noord-Brabant op 1 juni 2004. Tegen deze goedkeuring heeft verzoeker op 30 juli 2004 beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek op 8 november 2004 ter zitting behandeld, waarbij verzoeker in persoon aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd was door H.A.J. van Hout, ambtenaar van de provincie. Ook het college van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode was vertegenwoordigd door wethouder H. Huijbregts en ambtenaar R. van Boxtel.

In zijn overwegingen stelt de Voorzitter dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan beoogt een actuele planologische regeling voor het centrumgebied van Sint-Oedenrode en is voornamelijk conserverend van aard. Verweerder heeft goedkeuring verleend aan het plan, maar verzoeker betwist dit. Hij stelt dat het plan onvoldoende rechtszekerheid biedt voor de gebruiksmogelijkheden van de gronden, wat hem belemmert in zijn werkzaamheden als taxateur. Daarnaast vreest hij dat het plan leidt tot een verdere concentratie van winkels in het centrum, ten koste van de mogelijkheden voor winkels daarbuiten.

De Voorzitter oordeelt dat de argumenten van verzoeker geen aanleiding geven voor het treffen van een voorlopige voorziening. Er is geen bewijs dat de inwerkingtreding van het plan zal leiden tot ernstige onomkeerbare gevolgen voor verzoeker in de periode tot de uitspraak op zijn beroep. Ook zijn de belangen van verzoeker niet ernstig geschaad door de inwerkingtreding van het plan. Daarom ontbreekt het vereiste spoedeisende belang voor het treffen van een voorlopige voorziening, en wordt het verzoek afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 19 november 2004.

Uitspraak

200405754/2.
Datum uitspraak: 19 november 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 30 oktober 2003 heeft de gemeenteraad van Sint-Oedenrode, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2003, vastgesteld het bestemmingsplan "Centrum".
Verweerder heeft bij zijn besluit van 1 juni 2004, nr. 957433, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.
Tegen dit besluit heeft onder meer verzoeker bij brief van 30 juli 2004, bij de Raad van State ingekomen op 3 augustus 2004, beroep ingesteld.
Bij brief van 30 juli 2004, bij de Raad van State ingekomen op 3 augustus 2004, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 8 november 2004, waar verzoeker in persoon, en verweerder, vertegenwoordigd door H.A.J. van Hout, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen.
Voorts is het college van burgemeester en wethouders van Sint-Oedenrode, vertegenwoordigd door H. Huijbregts, wethouder, en R. van Boxtel, ambtenaar van de gemeente, daar gehoord.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Het plan voorziet in een actuele planologische regeling voor het centrumgebied van Sint-Oedenrode en is in hoofdzaak conserverend van aard. Verweerder heeft grotendeels goedkeuring verleend aan het plan.
2.3.    Verzoeker stelt dat verweerder ten onrechte grotendeels goedkeuring aan het plan heeft verleend. Hij voert aan dat het plan onvoldoende rechtszekerheid biedt omtrent de gebruiksmogelijkheden van de daarin opgenomen gronden, waardoor hij wordt belemmerd bij zijn werkzaamheden als taxateur. Voorts voorziet het plan volgens hem ten onrechte in een verdere concentratie van winkels in het centrum, waardoor de mogelijkheden voor winkels daarbuiten verder worden beperkt.
2.4.    Verweerder acht het plan voldoende rechtszeker en stemt in met het in het plan neergelegde gemeentelijke concentratiebeleid ten aanzien van winkelvoorzieningen.
2.5.    Hetgeen verzoeker aanvoert geeft de Voorzitter geen aanleiding tot het treffen van een voorlopige voorziening. Niet is gebleken dat inwerkingtreding van het plan zal leiden tot ernstige onomkeerbare gevolgen in de periode tot aan de uitspraak op het beroep van verzoeker. Evenmin is gebleken dat de belangen van verzoeker door inwerkingtreding van het plan anderszins ernstig worden geschaad. Gelet hierop ontbreekt het voor het treffen van een voorlopige voorziening vereiste spoedeisende belang en dient het verzoek te worden afgewezen.
2.6.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door dr. D. Dolman, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A.C. Rop, ambtenaar van Staat.
w.g. Dolman    w.g. Rop
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 november 2004
417.