ECLI:NL:RVS:2004:AR5070
Raad van State
- Hoger beroep
- B.J. van Ettekoven
- G.A.A.M. Boot
- Rechtspraak.nl
Weigering bouwvergunning voor wijziging schapenstal naar paardenstal in Vianen
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Vianen op 19 februari 2002 een bouwvergunning geweigerd voor de aanpassing van een schapenstal tot een paardenstal op een perceel in Vianen. Appellant, de eigenaar van het perceel, heeft bezwaar gemaakt tegen deze weigering, maar het college heeft dit bezwaar op 6 augustus 2002 ongegrond verklaard. Hierop heeft appellant beroep ingesteld bij de rechtbank Utrecht, die op 6 november 2003 de uitspraak van het college heeft bevestigd. Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 3 november 2004 uitspraak deed.
De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het bouwplan in strijd was met het geldende bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Vianen' (2001) en het 'Uitbreidingsplan in Hoofdzaak' (1961). De rechtbank heeft ook terecht geoordeeld dat het college geen vrijstelling op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kon verlenen, omdat het bestemmingsplan enkele maanden voor de beslissing op bezwaar in rechte onaantastbaar was geworden. De Raad van State heeft geconcludeerd dat het college in redelijkheid heeft kunnen vasthouden aan het gemeentelijke ruimtelijke beleid.
Appellant voerde aan dat het college inconsistente argumenten gebruikte, omdat de bestaande schapenstal ook niet voldeed aan het uitgangspunt van clustering van bebouwing in het landelijk gebied. De Raad van State verwierp dit argument, omdat het uitgangspunt niet van toepassing was ten tijde van de verlening van de bouwvergunning voor de schapenschuur. Uiteindelijk heeft de Raad van State het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, zonder aanleiding te zien voor een proceskostenveroordeling.