ECLI:NL:RVS:2004:AR3786
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- D. Haan
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen kapvergunning voor bomenrooien in Schiebroekse Park
Op 17 juni 2003 verleende het dagelijks bestuur van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek van de gemeente Rotterdam een kapvergunning voor het rooien, toppen, afzetten, knotten of ringen van 2880 bomen in het kader van het Inrichtingsplan 2% vlak Schiebroekse Park. Dit besluit werd op 18 november 2003 door het dagelijks bestuur, na bezwaar van verzoekers, ongegrond verklaard. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Rotterdam, die op 10 september 2004 het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens hebben verzoekers op 14 september 2004 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De gronden van dit verzoek zijn aangevuld op 28 september 2004.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 30 september 2004 ter zitting behandeld. Verzoekers waren vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. K. Ulmer, en een deskundige van het Ecologisch Adviesbureau. Het dagelijks bestuur werd vertegenwoordigd door mr. M.A.C. Kooij en ing. M.J.J. Groenewoud. Ook Rotterdam Airport was aanwezig, vertegenwoordigd door mr. R.D. Rischen.
In de overwegingen van de Voorzitter werd gesteld dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. De Voorzitter concludeerde dat de aangevoerde gronden van verzoekers geen aanleiding gaven om aan te nemen dat de eerdere uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Er was geen bewijs dat de vergunning op onjuiste feiten was gebaseerd of dat er onvoldoende informatie in de vergunning was vastgelegd.
Daarom werd het verzoek om schorsing van de kapvergunning afgewezen. De Voorzitter besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 8 oktober 2004.