ECLI:NL:RVS:2004:AQ8697
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- C.E.C.M. van Roosmalen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake bouwvergunning en vrijstelling WRO in Woerden
Op 24 juni 2003 verleende het college van burgemeester en wethouders van Woerden aan de verzoeker een vrijstelling en bouwvergunning voor een woning met bijgebouw op een perceel in Woerden. Dit besluit werd aangevochten door de wederpartij, die bezwaar maakte. Het college verklaarde het bezwaar ongegrond op 17 november 2003, maar trok dit besluit op 10 februari 2004 in en verklaarde het bezwaar opnieuw ongegrond. De voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht verklaarde op 31 maart 2004 het beroep van de wederpartij gegrond, vernietigde de beslissing op bezwaar en schorste de bouwvergunning. De verzoeker stelde hiertegen hoger beroep in bij de Raad van State en vroeg om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behandelde het verzoek op 12 augustus 2004. Tijdens de zitting waren de verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat, en vertegenwoordigers van het college en de provincie aanwezig. De Voorzitter overwoog dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de eerdere uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Er waren geen aanknopingspunten voor het standpunt van de verzoeker dat de bouw van een nieuwe burgerwoning op de betreffende locatie was toegestaan. Ook werd getwijfeld aan de overeenstemming van de afmetingen van het bijgebouw met het geldende provinciale beleid. Gezien de betrokken belangen werd het verzoek afgewezen. De beslissing werd op 25 augustus 2004 openbaar uitgesproken.