ECLI:NL:RVS:2004:AP0489
Raad van State
- Hoger beroep
- M. Vlasblom
- P. van Dijk
- H.G. Lubberdink
- E.J.J.M. van Tielraden
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vreemdelingenbewaring en schadevergoeding met betrekking tot Somaliërs
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant A tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Assen, van 7 april 2004, waarin het beroep van appellant ongegrond werd verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De zaak betreft de vreemdelingenbewaring van appellant, die op 23 maart 2004 in bewaring is gesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 17 mei 2004 ter zitting behandeld. Appellant, vertegenwoordigd door mr. R. Kakes, en de minister, vertegenwoordigd door mr. A.W. van Leeuwen, hebben hun standpunten toegelicht.
De Afdeling overweegt dat ingevolge artikel 84 van de Vreemdelingenwet 2000 geen hoger beroep openstaat tegen een uitspraak van de rechtbank over de toekenning van schadevergoeding, maar dat in dit geval het hoger beroep zich ook uitstrekt over de toekenning van schadevergoeding. Appellant heeft geklaagd dat de rechtbank niet is ingegaan op de gronden die hij in beroep heeft aangevoerd, met name dat het gebruik van een pseudo-Somalisch paspoort onrechtmatig is en dat het gebruik van een EU-staat in strijd is met het volkenrecht. De Afdeling oordeelt dat deze grief slaagt.
Appellant heeft zich beroepen op voorlopige maatregelen van de President van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, die zijn getroffen ter voorkoming van uitzetting van Somaliërs vanuit Nederland. De Afdeling stelt vast dat de minister niet heeft kunnen motiveren waarom de Nederlandse Staat verzocht wordt om Somaliërs niet uit te zetten. De Afdeling concludeert dat de minister tijdens de inbewaringstelling van appellant geen rekening kon houden met de gemotiveerde voorlopige maatregel, omdat appellant al was uitgezet. De Afdeling verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.