ECLI:NL:RVS:2004:AO8484
Raad van State
- Hoger beroep
- D.A.C. Slump
- M.G.J. Parkins-de Vin
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van administratief beroep inzake toevoegingen rechtsbijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 augustus 2003. Appellante had eerder, op 20 december 2001, definitieve toevoegingen aangevraagd bij het bureau rechtsbijstandvoorziening van de raad voor rechtsbijstand Amsterdam, waarbij aan elke toevoeging een eigen bijdrage was opgelegd. Na een administratief beroep dat appellante had ingesteld tegen de besluiten van 20 december 2001, verklaarde de raad voor rechtsbijstand Amsterdam op 5 augustus 2002 dit beroep niet-ontvankelijk. De rechtbank Amsterdam bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 22 augustus 2003, waarop appellante in hoger beroep ging bij de Raad van State.
Tijdens de zitting op 18 maart 2004 heeft appellante betoogd dat zij het administratief beroep op de laatste dag van de termijn bij het postkantoor ter aangetekende verzending heeft aangeboden, maar dat dit pas de volgende dag is afgestempeld, waardoor het buiten de termijn zou zijn. De Raad van State oordeelde echter dat appellante dit betoog niet met voldoende bewijs had onderbouwd. De Raad bevestigde daarmee de eerdere beslissingen van de raad en de rechtbank, en verklaarde het hoger beroep ongegrond.
De Raad van State concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en werd openbaar uitgesproken op 28 april 2004.